Gemeentelijke belasting op drijfkracht

Ondernemingen moeten een gemeentebelasting betalen per kilowatt vermogen geheven op motoren ongeacht de brandstof of de energie die de motoren in beweging brengt.

Voorwaarden

Er wordt een gemeentebelasting van 31,25 EUR per eenheid en per breuk van kilowatt gevestigd op de motoren waarover men beschikt voor de uitbating van een nijverheids-, landbouw- en handelsbedrijf evenals op de motoren waarover een uitoefenaar van een vrij beroep in de uitoefening van zijn beroep beschikt, ongeacht de krachtbron welke deze motoren in beweging brengt.
De belasting slaat dienvolgens o.m. op de elektromotoren, de stoommachines, de verbrandingsmotoren, enz….
De belasting is eveneens verschuldigd voor de motoren waarover de belastingplichtige beschikt voor de uitbating van bijgebouwen van zijn bedrijf.
Dienen als bijgebouw van een inrichting beschouwd te worden, iedere instelling of onderneming, iedere werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens een maand op het grondgebied van de gemeente gevestigd is.

Procedure

Iedere belastingplichtige (elke natuurlijke- of rechtspersoon die motoren gebruikt voor zijn exploitatie), houder van in of buiten werking zijnde motoren, waarvan hij al dan niet eigenaar is, ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 30 mei van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Ook van belasting vrijgestelde motoren dienen te worden aangegeven.
Bij gebrek aan aangifte binnen de voormelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd conform de bepalingen van art. 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met het dubbel van de verschuldigde belasting.

Uitzonderingen

De belasting is niet verschuldigd voor:
1) de eerste 40 kilowatt
2) de motoren van vaartuigen dienende voor het transport van goederen alsmede deze aan boord van bedoelde vaartuigen;
3) de motoren tijdelijk gebruikt op het grondgebied van een andere gemeente voor een onafgebroken periode van 3 maanden en voor zover dit gebruik in deze andere gemeente wordt belast, mits het doen van een aangifte uiterlijk 8 dagen na de aanvang van de verplaatsing van de motor naar die andere gemeente en voor zover de betaling van de belasting in deze andere gemeente(n) wordt bewezen. Zowel de hiervoor bedoelde aangifte als het leveren van het bewijs van betaling zijn van substantiële aard;
4) de motoren die heel het jaar stilliggen. De begin- en einddatum van de perioden van stilliggen moet ook schriftelijk worden meegedeeld aan het gemeentebestuur;
5) de motor van een elektrische generator voor het gedeelte van zijn vermogen dat bestemd is voor het drijven van de generator;
6) de reservemotor, die alleen maar in uitzonderingsgevallen wordt gebruikt;
7) de persluchtmotor;
8) de motor uitsluitend gebruikt voor watermaling, verwarming en verluchting;
9) de motoren van voertuigen die onder de verkeersbelasting vallen of speciaal van deze belasting zijn vrijgesteld.

Regelgeving

Links

Verklaring over cookies